JiN is het tijdschrift voor Jurisprudentie in Nederland. Per jaar worden ruim 200 relevante uitspraken uit alle rechtsgebieden opgenomen, samengevat en geannoteerd. Deze annotaties zijn kort en to-the-point en geven de belangrijkste praktische implicaties van de uitspraak weer. Het tijdschrift is naar rechtsgebied ingedeeld. De volgende rechtsgebieden komen aan bod: arbeidsrecht, personen - en familierecht, ondernemingsrecht, civiel recht, strafrecht en bestuursrecht.
In deze uitgave geeft mr. Mieke Kemmers juridisch en onderbouwt commentaar op een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem d.d.17 augustus 2021. Je leest het hier.
Essentie: In het geval de draagkracht van de onderhoudsplichtige ouder onvoldoende is om volledig in de behoefte van de kinderen te voorzien, dient de draagkracht van die ouder – in beginsel – gelijk over de kinderen te worden verdeeld. Dat beginsel lijdt uitzondering als een of meer kinderen een aanmerkelijk hogere (of lagere) behoefte hebben.
Samenvatting: Het gerechtshof past de twee door de Hoge Raad geformuleerde vuistregels toe in de situatie dat de onderhoudsplichtige onvoldoende draagkracht heeft om in de behoefte van alle kinderen te kunnen voorzien en de behoefte van een of meer kinderen niet vastligt. De eerste vuistregel luidt dat voor zover de draagkracht van een onderhoudsplichtige ontoereikend is om volledig aan zijn of haar verplichtingen tegenover alle kinderen te voldoen, de draagkracht van die ouder in beginsel gelijkelijk dient te worden verdeeld over alle kinderen. Hiervan kan worden afgeweken als blijkt dat een of meer kinderen een substantieel hogere of lagere behoefte hebben. De tweede vuistregel luidt dat indien de rechter niet de beschikking heeft over de inkomensgegevens van de andere ouder op grond waarvan de draagkracht kan worden berekend, de andere ouder moet worden geacht in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien en de rechter in dat geval zonder nader onderzoek naar de draagkracht van die ouder ervan uitgaat dat die andere ouder ten minste voor de helft bijdraagt in de behoefte van de kinderen. Tot slot oordeelt het gerechtshof dat op degene die beoogt af te wijken van de hoofdregel dat de draagkracht van een onderhoudsplichtige gelijkelijk dient te worden verdeeld, ook de stelplicht rust om van die hoofdregel af te wijken.
Lees de hele uitspraak en de noot van mr. Mieke Kemmers hier.